Eerste vermelding 1139: Nova ecclesia.
Afhankelijk van de heerlijkheid Attenhoven, leen van het St-Lambertuskapittel te Luik.
Voornaamste monumenten:
» St-Pieterskerk (1910)
» Kasteel(hoeve) van Nieuwerkerken (1648)
» Kasteel van Schelfheide (18de eeuw)
» Schelfheidewinning (18de eeuw)
Met een oppervlakte van 2246 ha is Nieuwerkerken net niet de kleinste gemeente van Limburg. De fusiegemeente telt 6700 inwoners. Van links naar rechts sluiten de deelgemeenten Binderveld, Nieuwerkerken, Wijer en Kozen in noordoostelijke richting bij elkaar aan. Nieuwerkerken grenst in het westen aan het Brabantse Geetbets. Het landschap wordt getypeerd door weiden,
akkers en boomgaarden. In het centrum is nog een restant van het grote vroegere bosgebied te vinden. Tot 1785 ressorteerde de kern van Nieuwerkerken onder het Brabantse Attenhoven. Door het onduidelijke statuut werd Nieuwerkerken een toevluchtsoord voor elders vervolgde misdadigers. Het grootste deel van Nieuwerkerken hoorde tot 1785 echter bij het graafschap Loon, terwijl de Abdij van Averbode het patronaatsrecht had over Kozen.
De Sint-Pieterskerk (1910-1920)
Oorspronkelijk was de St. Pieterskerk opgebouwd in Neoclassicistische stijl (1828). Hier blijft alleen nog maar de toren van over. De huidige St. Pieterskerk is een neo-romaanse constructie van 1910 (het koorgedeelte). De laatste verbouwing en vergroting (twee zijbeuken) gebeurde in 1949-1950. Bij deze verbouwing werd de kerk van 1828 vervangen. Mogelijk was de kerk nog ouder en werd in 1828 slechts de toren gebouwd. In 1940-1950 werden grondvesten van vroegere bouwsels blootgelegd, lang voor 1828 stond op dus die plaats een kerk. In een nis boven de hoofdingang staat het beeld van St-Pieter, de patroon van de kerk.
Muggenbos (1,68ha)
Het Muggenbos was, net zoals het Provinciaal Domein Nieuwenhoven, deel van een uitgestrekt boscomplex. Dit strekte zich over Rummen, Wijer, Kozen, Terbermen, Kortenbos en Nieuwerkerken. Het Muggenbos bevond zich aan de westrand. Het bos is +/- 400 jaar oud. Dit wordt bevestigd door het onregelmatige padennet, de onregelmatige grens, de verscheidenheid aan boomsoorten en de aanwezige stoven of stobben. Lange tijd werd het beheerd als hakhoutbos, met overstaanders van eik. Het beheer als middelhout liet een vrij regelmatige houtopbrengst toe. De kap gebeurde meestal in de wintermaanden en gebeurde tussen 4 en 14 jaar: brandhout bleef langer staan dan geriefhout. De laatste grote kap gebeurde omstreeks 1960, de kaalkapvlakte werd ingeplant met abeel.
Kasteel Nieuwerkerken (1648)
Gebouwd in Maaslandse Renaissance, het is een gesloten en omgrachte hoeve uit de 17de en 18de eeuw. Het was oorspronkelijk een waterhoeve en sporen van de grachten zijn nog zichtbaar aan de voorzijde. Het bevindt zich op een zachte zuidelijke heling van de Raasbeek. De kapel dateert uit de 18de eeuw waarvan de brikken ter plaatse zijn gebakken. Dit kasteel kwam ook in het kerkelijk nieuws: toen tijdens de Franse Revolutie de Zusters van het klooster “Nonnen Mielen” verjaagd werden kwamen ze hier op het kasteel wonen. Binnenshuis is nog merkbaar waar destijds de kapel was. Hoeveel zusters er waren is niet geweten, maar de laatst overlevende abdis werd hier begraven. Hun kerkelijke bezittingen, kelk, gewaden en het kostbaar relikwieschrijn van Christina de Wonderbare, werden overgedragen aan de Paters Redemptoristen van Steemart – St.Truiden. Het gebouw én landschap is geklasseerd.
Wie kan mij informeren over ‘T Moors Veldt’?
Zeer veel dank.
Hans Moors